Een van de bergen rondom Lago Maggiore is de Monte Mattarone. De top van deze berg is 1491 meter hoog en daarmee de hoogste berg in het gebied. Vanaf de top kan je meerdere meren en het Monte Rosa-massief zien liggen. Dat leek ons wel wat! Je kan de top op verschillende manieren bereiken. Wij besloten om het rennend te proberen.
De dag voor we gingen rennen hebben we (eigenlijk Dennis) de route gepland. We kwamen er al snel achter dat het een vrij pittig rondje zou worden. Volgens de geplande route zou het naar de top ongeveer 7 kilometer zijn, met 1200 hoogtemeters!

Een goede voorbereiding is het halve werk, dus Dennis zette de route in zijn horloge. Wanneer we dan verkeerd zouden lopen, zou zijn horloge een melding geven. Dat is toch makkelijker dan een papieren kaart. Ook namen we een stevig ontbijt met voldoende drinken. Het zou een warme dag worden, dus wat extra vocht kon geen kwaad.
We trokken onze sportkleding aan, pakten onze tassen in en reden richting Baveno. Vanaf daar konden we namelijk direct de route op en Baveno lag maar op een paar minuten rijden vanaf onze camping. We parkeerden de auto en begonnen aan onze route.

De route begon over een hele hoop losliggende keien. De route was direct ook al behoorlijk stijl, maar dat was natuurlijk ook wel te verwachten. De keien veranderden langzaam in wat beter begaanbare paadjes, alleen werden deze ook steeds steiler. Het leek soms wel of we langs plekken liepen, waar al een hele lange tijd niemand meer gelopen had. Soms ontbrak het pad, lag die bezaaid met bladeren, of lagen er omgewaaide bomen op. We liepen daarom, zelfs met hulp van Garmin, wel eens een klein stukje verkeerd.
Hoe verder we boven kwamen, hoe kaler en rotsachtiger het werd. Voordat het echt heel rotsig werd en in de buurt van een beekje, kwamen we een heel mooi wit paard tegen. Dit vonden we zo bijzonder! Het paard was totaal niet bang, en bleef lekker grazen. We hebben wat foto’s gemaakt, en zijn toen weer verder gerend.


Het laatste stukje van wat ik (Michelle) dacht dat de route was, was helemaal over grote keien. Hier kon je tegenliggers lastig passeren en moest je meer met handen en voeten klimmen, dan wandelen of rennen. Eenmaal bovenop bleek dat we er nog niet waren, en dat we naar de top naast ons moesten. Daarvoor moesten we eerst weer een klein stukje naar beneden, maar daarna weer mega stijl omhoog.
Eenmaal bovenop was het uitzicht prachtig! Het was wat bewolkt, maar gelukkig kon je nog wel ver kijken! Op de top zit een restaurantje waar je wat kan eten en drinken. Rondom staan bankjes, waar je ook mag zitten als je voor je eigen eten en drinken hebt gezorgd. Mocht je nog op zoek zijn naar wat extra avontuur, kan je hier ook rodelen. En als je het echt niet meer ziet zitten om op eigen kracht weer helemaal naar beneden te gaan, kan je ook met liftjes naar beneden.

Nadat we op de top wat hadden gegeten en gedronken, gingen we weer naar beneden. Dit was behoorlijk technisch op sommige stukken, waardoor we niet op alle stukken volle vaart naar beneden gingen. Zo ging uiteindelijk naar beneden ook niet super veel sneller dan naar boven. Maar leuk was het wel!
Wij vonden deze route erg leuk! Onderweg was veel te zien. Wilde dieren, mooie natuur en prachtige uitzichten. De uitzichten zijn natuurlijk extra mooi zijn als je er zelf helemaal naartoe geklommen bent. De route was soms wel moeilijk om te blijven rennen, door de ondergrond of de steilheid. Maar mocht je nou ook niet bang zijn voor een uitdaging of hem wandelend willen afleggen, dan is deze route zeker de moeite waard!

Als we je enthousiast hebben gemaakt om deze route te lopen, hebben we nog een aantal tips voor je:
- Zorg voor goede schoenen! We zijn onderweg mensen tegen gekomen waarvan de zool helemaal losliet, terwijl de schoen nog heel was toen ze aan de wandeling begonnen. Het terrein is vrij ruig met veel keien, en je wilt niet uitglijden of je verzwikken. Of onderweg ook stukken van je schoen kwijtraken. Onze schoenen (deze en deze) zijn gelukkig nog steeds helemaal heel!
- Neem voldoende eten en drinken mee. Onderweg zijn er wat beekjes en kraantjes waar je water bij kan vullen, maar eten kan je pas op beide toppen weer halen. Omdat je veel hoogtemeters maakt, duurt het best even voordat je boven bent. Dan is het wel fijn als je onderweg wat kan eten of drinken.
- Trek er de hele dag voor uit. Voor het wandelen naar boven staat ongeveer 4:30u. En dan moet je nog weer naar beneden. Wij hebben er rennend (naar boven en weer naar beneden) ongeveer vier uur over gedaan, maar dit is exclusief de tijd dat we hebben gepauzeerd. De hele dag heb je dus wel nodig.
- Heb je zin in het uitzicht, maar niet in de inspanning? Je kan met liftjes omhoog, maar je kan ook een heel eind komen met de auto. De auto kan je een klein stukje onder de top parkeren, dan hoef je nog maar een heel klein stukje omhoog te wandelen. De route met de auto schijnt ook erg mooi te zijn!
- In Baveno kan je aan de rand van het dorpje gratis parkeren, aan de kant van de A26. Vanaf hier kan je ook direct de route op. Wel zo makkelijk! (zie ook de kaartjes hieronder)
