Er was een tijd waarin ik dacht dat bergwandelen voor oude mensen met afritsbroeken was. In dat plaatje vond ik mezelf niet echt passen. Toen we samen voor het eerst in Oostenrijk en Italië waren, moesten we natuurlijk wel een berg ‘beklimmen’. Hoe dat toen is gegaan, lees je in deze blog!
Deze blog is eerder online gekomen op http://www.weflycheap.com, waar ik als gastblogger voor schreef.
Noem me een natuurbarbaar, maar ik dacht dat een bergwandeling voor oude mensen met afritsbroeken en bergschoenen was. Bergen vond ik wel tof, maar ik zag mezelf nou niet echt rondlopen in zo’n niet al te fancy outfit.

Eenmaal in de Alpen, kon ik het natuurlijk niet maken om een van die bergtoppen niet op te klimmen. Ik gooide mijn vooroordelen aan de kant en trok in plaats van bergschoenen vrolijke roze Nikes aan en daar gingen we.
De bergtop als navigatie
We kochten een kaartje voor de gondel en stapten uit op het hoogste punt. Vanaf daar volgden we de bordjes naar het hoogste punt die op onze kaart stonden. Al gauw waren we de bordjes met onze bestemming erop kwijt of stonden er zelfs helemaal geen bordjes meer. Dan maar geen snelste route naar de top, we zouden wel zien waar we langs liepen, zolang we de top nog maar konden zien, zouden we er vast wel een keer komen.

We maakten een tussenstop bij zo’n typisch berghuisje, wat was omgetoverd tot restaurant. Ook een van de weinige huisjes en restaurantjes op die berg trouwens. Vanuit daar klommen we weer verder omhoog. En hoe hoger we kwamen, hoe mooier het uitzicht, maar hoe lelijker het weer. De lucht werd donker, en zonder enige schuilplaats in de buurt konden we alleen maar hopen dat het droog zou blijven. Op een paar druppels na bleef dat het gelukkig ook. En zo langzamerhand waren we bijna bij de top.
Niet alles is wat het lijkt
Zo leek het tenminste. Als er namelijk iets is wat ik heb geleerd die tocht, is het dat als het lijkt dat je er bijna bent, je er nog lang niet bent. Het leek wel of ik het topje van de berg na drie stappen kon vastpakken, maar zelfs honderd stappen waren nog niet genoeg. Hoe dan ook, ik moest en zou bovenop die top komen te staan. Al moest ik nog duizend stappen zetten. Zo gezegd, zo gedaan en daar stonden we dan uiteindelijk. En wat was het ontzettend mooi!

We genoten van het uitzicht en brainstormden over hoe we weer beneden kwamen. We waren over allemaal losliggende stenen naar boven geklommen, maar we wisten zeker dat we zouden vallen als we via daar ook weer naar beneden zouden klimmen. Helaas lag er geen wandelpad zoals er beneden aan de berg lag. Eeuwig blijven zitten ging niet, dus zo voorzichtig als we konden klommen we weer omlaag.
Milka cows
Toen we weer veilig op het wandelpad waren aangekomen, liepen we weer richting de gondel. Ook die konden we niet vinden op de bordjes, dus we namen de route die ons het beste leek. En dat was hij! Het wandelpad hield op een gegeven moment op en toen moesten we dwars door een groot weiland met van die grijze koeien met een koeienbel om. Precies zoals ze op de Milkaverpakking staan. Het zullen vast niet de koeien zijn die zorgen voor de echte alpenmelk chocolade, maar ergens vond ik het toch wel heel cool! Het was geen probleem om dichtbij ze te komen en ze wilden ook nog wel even op de foto.

Na in totaal drie kilometer te hebben gestegen, en daarna weer drie kilometer te hebben gedaald, kwamen we weer veilig en voldaan aan op onze camping. Het was echt de moeite waard en zeker een aanrader! Lekker actief bezig zijn en mooie dingen zien. En voor ik het vergeet, bergwandelingen zijn echt niet alleen voor mensen met afritsbroeken en bergschoenen 😉